Vlees van de goden (Deel 2) Moderne Tijd
Geplaatst onder: Nederlands Paddo woordenboek, Psychedelica: Wetenschap en Onderzoek
Wekelijks zijn er nieuwe nieuwsberichten met waardevolle kennis over de huidige ontwikkeling van psilocybe. Maar hoe zit het met het verleden? Het leek ons interessant om te duiken in de geschiedenis van het vlees van de goden. Speciaal voor de lezers van de Magic Mushroom Shop blog hebben we een unieke tijdlijn gemaakt. Klaar voor deel 2?
Vlees van de goden: Deel 2, Moderne Tijd van de Paddo
1937 - Weitlaner, Teonanácatl en de Panaeolus Cyanescens
De Oostenrijkse ingenieur Roberto J. Weitlaner bezoekt Huautla de Jiménez, Oaxaca, Mexico. Hij is hier voor taalkundig onderzoek en is eveneens een belust ethnobotanicus. Een ethno botanicus is iemand die de relatie tussen mensen en planten onderzoekt). In de vier dagen dat hij hier is, bemachtigt hij tijdens een paddoritueel een kleine hoeveelheid paddo's of Teonanácatl. Deze paddo's krijgt hij van José Dorantes, een lokale Mazateesche verkoper.
Weitlaner is waarschijnlijk de eerste blanke in de moderne tijd die het is gelukt een paddo ritueel bij te wonen en de Teonanácatl te verkrijgen. Hij stuurt de verse paddenstoelen, waarschijnlijk de Mazatapec straIn, op naar B. P. Reko. Deze stuurt het op zijn beurt naar R.E. Schultes aan de Harvard University te Cambridge (USA), om te laten identificeren.
Omdat de Teonanácatl paddo bij aankomst aldaar in verre staat van ontbinding verkeert is deze niet verder te identificeren dan dat deze tot het genus Panaeolus behoort.
1936 - De Reko broers; Teonanáctl is een paddo
De neef van Blas P. Reko, Victor A. Reko publiceert zijn boek: "Magische Gifte: Rausch- und Betäubungsmittel der Neuen Welt. Vertaald "Magische gifstoffen: bedwelmende en narcotische substanties van de Nieuwe Wereld."
In deze publicatie wordt voor het eerst de theorie openbaar gemaakt dat de Teonanácatl van de Azteken, niet zoals Safford stelde 'peyote' zou zijn. Maar dat de Teonanácatl een hallucinogene paddo is. V.A Reko stelt echter foutief vast dat de paddo een variant is van de Vliegenzwam, Amanita muscaria.
1923 - Reko krijgt gelijk Teonanácatl is een schimmel
B.P. Reko is overtuigd van zijn gelijk in de stelling dat de teonanácatl van de Azteken psychotrope paddo's zijn. En niet zoals W.E. Safford stelt en algemeen wordt aangenomen, dat het gedroogde peyote cactussen zijn. Hij probeert gehoor te vinden bij dokter Joseph N. Rose. De toenmalig directeur van de United States National Herbarium. Dit is nu het Smithsonian Natural Museum of National History - Department of Botany.
Hij schrijft in een brief: “De teonanácatl, zoals Sahugun ze beschreef, zijn schimmels die op mesthopen groeien. Ze worden nog steeds gebruikt tijdens religieuze feesten door de oorspronkelijke bewoners in het Sierra Juarez gebied in Oaxaca, Mexico. Ze dragen nog immer dezelfde naam."
Hij blijkt de juiste persoon te hebben aangeschreven en al snel wordt aangenomen dat B.P. Reko gelijk heeft. De laatste persoon die B.P. Reko's theorie (zonder succes) probeert te weerleggen is Huntington Cairns en doet dat in zijn publicatie: "A divine intoxicant" in 1929.
1919 - Reko publiceert 25 jaar paddo onderzoek
De Oostenrijkse dokter en amateur antropoloog Dr. Blas. P. Reko publiceert "El México Antiguo." Hierin staan zijn bevindingen van de vijfentwintig voorgaande jaren, die hij heeft doorgebracht in Mexico, Oaxaca. Er staat onder andere in dat in dit gebied bepaalde stammen psychotrope paddo's gebruiken in een aantal rituelen.
Hij probeert de theorie van W.E. Safford, dat de teonanácatl eigenlijk peyote knoppen waren, te weerleggen en stelt dat de 'nanácatl' wel degelijk paddo's zijn geweest.
Hij schreef: "Div. géneros de hongos, especialmente un hongo negro que crece sobre estiércol y produce efectos narcóticos." Vertaald: "Verschillende soorten paddenstoelen, voornamelijk een zwart gekleurde paddenstoel die op uitwerpselen groeit, die psychotrope effecten ten gevolge heeft."
Helaas heeft B.P. Reko nooit specimen verzameld om te laten determineren. Omdat er fouten waren ontdekt in Reko’s eerdere werken werden zijn bevindingen ongeldig verklaard.
1915 - Wiliam Safford; Teonanácatl, Peyote vlees van de goden?
De Amerikaanse botanist en voormalig luitenant bij de Amerikaanse marine William E. Safford doet onderzoek naar de identificatie van de teonanácatl van de Azteken. Volgens Safford zou de vertaling verkeerd zijn. Teonanácatl zou niet "Wonderlijke Paddenstoel" zijn, zoals eerder is aangenomen, maar "Vlees van de Goden" betekenen.
1904 - Earle; Psilocybe cubensis uit Cuba
F.S. Earle is de eerste Westerling die de Psilocybe cubensis beschrijft. Hij ontdekt deze tijdens zijn natuuronderzoek op Cuba. Hij noemt deze aanvankelijk Stropharia cubensis. Stropharia is afgeleid van het Griekse woord 'strophos' en betekent: gordel. Cubensis betekent in het Latijn: uit Cuba. Zijn ontdekking is puur wetenschappelijk en hij doet verder geen onderzoek naar de eventuele eetbaarheid en al zeker niet naar de hallucinogene eigenschappen van de paddo.
Later wordt de paddenstoel nog een paar keer aangemerkt als 'nieuwe soort voor de wetenschap' wanneer ze respectievelijk in 1907 en en 1941 worden gevonden door N. Patouillard in Tonkin, Vietnam en door W.A. Murril in Florida, VS.
De naam Stropharia cubensis zal in de jaren '50 van de 20e eeuw veranderen in Psilocybe cubensis doordat Dr. Gaston Guzman de Psilocybae soorten als ondersoort van de Strophariacea aanmerkt. Psilocybe wordt afgeleid van twee Griekse woorden: "Psilos" en "Kubê". In het Nederlands zou dit "Kaal" en "Hoofd" worden, maar de paddenstoelen worden beter bekend als kaalkopjes, wat ook weer een soort paddo's zijn.
1895- Lloyd; Etidorpha
John Uri Lloyd publiceert zijn fantasy-roman “Etidorpha” waarin hij duidelijk lijkt te maken dat hij en zijn broer, Curtis Gates Lloyd die werkzaam is als mycoloog, op de hoogte zijn van de hallucinogene eigenschappen van andere soorten paddenstoelen dan de Vliegenzwam.
De Lloyds hebben ervoor gekozen om hun botanische ontdekkingen niet te publiceren. Hierdoor is er geen direct bewijs dat zij daadwerkelijk kennis hadden van de eigenschappen van psilocybe paddo's.
Onderzoekers zeggen dat het ook opium, nachtschade of andere middelen zouden kunnen zijn. We raden aan het boek te lezen wat een uitzonderlijk werk op zich is. En dan zelf conclusies te trekken.
1651- Hernandez de Toledo; Verering van Paddo's in Mexico
De Spaanse dokter en natuuronderzoeker Francisco Hernández de Toledo doet onderzoek doet naar het kruidengeneeskunde van de autochtone bevolking uit centraal Mexico. Hernández schrijft dat zij drie soorten paddenstoelen vereren. Hij beschreef dat het innemen van deze paddo’s:
“Niet de dood tot gevolg had, maar een gekte die soms aanblijft, met een symptoom die aandoet als de slappe lach. Deze soorten zijn diepgeel, schril en van een niet onwelgevallige versheid zijn. Zo zijn er weer andere die, zonder deze vrolijkheid op te roepen, dingen voor het oog laten gebeuren [edit: hallucinaties], zoals oorlogen en demonen.
Weer andere zijn gewild door mensen niet minder dan prinsen voor feestelijkheden als banketten en festivals en zijn van duurdere zeldzaamheid. Grootse, nachtenlange tochten die niet zonder gevaar zijn gaan voorbij om deze soort te bemachtigen. Deze soort is bruingeel en ietwat doordringend.”
Wordt vervolgd....
januari 25, 2019